Beroepsaansprakelijkheidsprocedure tegen een accountant
04 september 2020 - René van de Klift
Accountants kunnen bij de uitvoering van hun werkzaamheden fouten maken en schade veroorzaken. In een beroepsaansprakelijkheidsprocedure kan eventueel van de accountant of het kantoor waaraan hij verbonden is de vergoeding van deze schade worden gevorderd. Voor de beantwoording van de vraag of dat mogelijk is, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de situatie dat de opdrachtgever van de accountant schade heeft geleden en de situatie dat een derde schade heeft geleden als gevolg van het handelen of nalaten van een accountant.
Opdrachtgever bij schending contractuele zorgplicht
Een accountant moet jegens zijn opdrachtgever de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen, te weten de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Of daarvan sprake is, moet worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van de vraag of een accountant deze contractuele zorg in acht heeft genomen, kan het oordeel van de tuchtrechter, of in strijd is gehandeld met de voor een accountant geldende gedrags- en beroepsregels, een rol spelen. Over de verhouding tussen tuchtprocedures en beroepsaansprakelijkheidsprocedures kunt u hier meer lezen.
Als een accountant zijn contractuele zorgplicht heeft geschonden, dan kan dat als wanprestatie kwalificeren uit hoofde waarvan de opdrachtgever van de accountant of zijn kantoor in een beroepsaansprakelijkheidsprocedure schadevergoeding kan vorderen.
Derde bij schending maatschappelijke zorgplicht
Op basis van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, kan een accountant bij de uitvoering van een opdracht ook gehouden zijn om rekening te houden met de belangen van derden. Voor de beoordeling van de reikwijdte van deze maatschappelijke zorgplicht is het van belang of de opdracht aan de accountant wettelijke of niet-wettelijke taken behelst.
Wanneer een accountant wettelijke taken uitoefent, zoals de wettelijk voorgeschreven jaarrekeningcontrole, dan heeft een accountant een maatschappelijke zorgplicht jegens derden. Die derden moeten hun gedrag kunnen afstemmen op de informatie van de controlerend accountant en bij het nemen of handhaven van hun (financiële) beslissingen erop kunnen vertrouwen dat het gepresenteerde beeld niet misleidend is.
Wanneer een accountant niet-wettelijke taken uitvoert, zoals bijvoorbeeld het beoordelen van een jaarrekening, het maken van een bedrijfswaardering of het verlenen van bijstand in een geschil, geldt dat hij in beginsel enkel een contractuele zorgplicht heeft jegens zijn opdrachtgever. Onder omstandigheden kan een accountant bij de uitvoering van deze niet-wettelijke taken wel een maatschappelijke zorgplicht jegens derden hebben.
Daarvan is sprake als een accountant uiterlijk ten tijde van het uit handen geven van een van hem afkomstig rapport, bijvoorbeeld inzake de waardering van een onderneming, weet of behoort te weten dat deze ter beschikking van een derde zal komen en dat de betreffende derde (zeer) waarschijnlijk op het rapport zal vertrouwen bij het nemen van een beslissing over een bepaalde transactie, bijvoorbeeld het kopen van deze onderneming.
Voorts is daarvan sprake bij een persoonsgericht onderzoek door een accountant, aangezien in het maatschappelijk verkeer veel waarde zal worden gehecht aan een door een accountant uitgevoerd onderzoek én voorzienbaar is dat degene die het onderwerp van onderzoek is, schade zal leiden als de rapportage onjuistheden bevat.
Of een accountant jegens een derde in strijd met de door hem in acht te nemen maatschappelijke zorgplicht heeft gehandeld, moet worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval. Meer informatie over deze omstandigheden kunt u hier lezen.
Als een accountant zijn maatschappelijke zorgplicht heeft geschonden, dan kan dat als een onrechtmatige daad kwalificeren uit hoofde waarvan een derde van de accountant of zijn kantoor in een beroepsaansprakelijkheidsprocedure schadevergoeding kan vorderen.
Causaal verband vereist
Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van een vordering uit hoofde van wanprestatie en onrechtmatige daad is dat de opdrachtgever c.q. de derde het causaal verband tussen de door hen geleden schade en de wanprestatie c.q. de onrechtmatige daad kan aantonen.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54